dinsdag 23 november 2021

Brand in Mengo – november 2021

Ik ben intussen alweer 5 maanden aan het werk in Kampala, de hoofdstad van Uganda. Vanwege de corona-lockdown is het een saaie boel hier, niet veel te doen, en nog minder om over te schrijven. Hoogstens over het verkeer: wat een vreselijke chaos, wat een asociaal, lomp gedrag van veel “heren”! Wie het brutaalste is en het hardste duwt mag voor. Bij ons zouden we zo’n figuur uit de auto slepen en in elkaar slaan, maar hier vindt men dat blijkbaar normaal. Toen ik hier in 2006 kwam wonen, kon je nog redelijk rondrijden in een auto, maar intussen zijn er minstens een half miljoen auto’s bijgekomen, en tijdens de spitsuren staat alles stil. Ik reed vroeger ook zelf overal naartoe, maar nu ben ik blij dat ik een chauffeur heb.

En tussen die miljoen in lange file’s voortkruipende auto’s flitsen dan ook nog eens een miljoen boda-boda’s, brommertaxi’s, links en rechts voorbij. Die trekken zich helemaal nergens wat van aan, van geen enkele verkeers- of fatsoensregel. En al die stinkende uitlaatgassen vergiftigen ook nog eens de lucht hier, waardoor ik al die tijd al voortdurend mijn keel loop te schrapen en een hese stem heb.

Een jaar of 25 geleden werkte en woonde vriend Wiebe hier in Kampala, samen met zijn vrouw Bea. Op een dag kwamen ze in de sloppenwijk Mengo Swamad tegen, een jongen zonder ouders die op straat leefde, en ze besloten hem onder hun hoede te nemen en o.a. te betalen voor zijn opleiding.

Toen Wiebe hoorde dat ik aan het werk ben in  Kampala, vroeg hij me om eens op bezoek te gaan bij Swamad en te kijken hoe het met hem gaat. Hij vertelde me dat Swamad, onder de naam van een stichting met de naam Bea Cordes, op zijn beurt een aantal kinderen onder zijn hoede had genomen en dat ze hem daarbij nog financieel steunen.

Vanwege de strenge corona-lockdown heb ik het bezoek een tijd uit moeten stellen, maar op 10 oktober kon ik hem eindelijk bezoeken op zijn kamer in Mengo. Hij vertelde dat hij een paar opleidingen had gevolgd, o.a. kapper en muzikant. Dat hij een kapsalon had en een band en dat hij met de financiële opbrengst van die twee zorgde voor voedsel en opleiding van 20 kinderen in Mengo. Maar …. dat hij als gevolg van de lockdown al een hele tijd niet op kon treden met zijn band, en dat de kapsalon al die tijd al gesloten was, en dat hij daarom al een paar maanden geen inkomsten had. En nog veel erger: dat de politie alle apparatuur in beslag had genomen omdat hij de salon in strijd met de lockdownregels toch geopend had. De totale kosten voor vervanging van de apparatuur: twee miljoen shilling = €500.










Swamad en ik

Na dat gesprek liepen we naar een pleintje waar hij alle kinderen uit de buurt opgetrommeld had en die hebben een uur lang voor me gedanst en gezongen.

Na thuiskomst nam ik contact op met Wiebe en we besloten om het geld voor de apparatuur van de kapsalon samen bijeen te brengen.

Op 17 november kreeg ik via messenger een onduidelijk bericht over Swamad waaruit ik opmaakte dat zijn kamer afgebrand was en dat hij een aantal van zijn bezittingen, o.a. zijn telefoon, was kwijtgeraakt. Er waren foto’s bij waar Swamad op stond in een totaal zwartgeblakerde ruimte.

Ik nam meteen contact op met Wiebe, en we namen aan dat die brand was aangestoken door criminele projectontwikkelaars die op die plek wat wilden bouwen, want dat is in die omgeving namelijk al meer gebeurd.

Zo snel als ik kon ben ik gaan kijken en Swamad praatte me bij op zijn kamer. Opluchting: het was dus niet zijn kamer die afgebrand was, maar de kamer van zijn buurvrouw. Hij had wel wat rookschade.

De oorzaak van de brand: twee dochtertjes van de buurvrouw speelden met kaarsjes!

De brandweer was gekomen om de brand te blussen, en ook Swamad heeft daarbij geholpen. Een paar "vrienden" van hem waren bang dat de brand zou kunnen overslaan naar zijn kamer en brachten wat van zijn spullen in veiligheid, o.a. een TV, dvd-speler, 2 telefoons en kleren.

Toen de brand geblust was ging Swamad terug naar zijn kamer en vroeg zijn "vrienden" om de spullen terug te brengen, maar ….. niemand wist waar ze gebleven waren! Hij heeft aangifte gedaan bij de politie.

Nadat hij me dit allemaal verteld had, gingen we op bezoek bij zijn buurvrouw Margaret. Die zat, samen met haar 4 kinderen in een totaal zwartgeblakerde kamer. Een matras op de grond was zo ongeveer het enige wat ze nog had. Sinds de brand, vier dagen daarvoor, had ze niet meer opgehouden te huilen. Swamad vertelde dat ze een goede vriend ooit eens €100 in bewaring had gegeven voor noodgevallen en dat ze hem nu om het geld gevraagd had. Maar de vriend deed of hij nergens van wist! Geld verdwenen! Ik gaf haar €25 om de komende dagen te kunnen overleven en ging terug naar huis.










Buurvrouw Margaret met haar kinderen in hun verbrande kamer. Vooraan rechts is Swamad

Ik meldde het verhaal aan Wiebe en die maakte meteen €100 over, te verdelen onder Swamad en zijn buurvrouw. Ik heb met vrienden overlegd om een crowdfunding op te zetten voor Margaret en haar kinderen.

De volgende dag kwam Swamad met een boda-boda naar de stad om de €100 op te halen en hij praatte me nog wat bij over zijn buurvrouw. Dat ze een handeltje had om zich en haar kinderen te onderhouden, en ook een echtgenoot, die helemaal niets deed behalve zich elke dag zat zuipen!

Daarmee was mijn crowdfundingidee meteen van de baan!

Dus drie rampen opeengestapeld:

1) de brand, afgrijselijk natuurlijk, maar zoiets kan gebeuren, en je zou ook nog kunnen denken: “eigen schuld, had ze de kinderen maar niet met kaarsen moeten laten spelen”.

2) de oplichting door "vrienden". Je hoopt en verwacht dat mensen die samen in een krottenwijk in zulke armoedige omstandigheden leven solidair zijn met elkaar en elkaar helpen.  Nee dus: ze stelen van elkaar en lichten elkaar op.

En dan nog 3) de echtgenoot die 4 kinderen op de wereld zet, daar helemaal niets voor doet en zelfs het geld dat zijn vrouw bij elkaar schraapt elke dag opzuipt! Wat een lieverd!

Helaas is hij niet de enige. Ugandese vrienden en collega’s hebben me wel eens verteld dat dit op het platteland eigenlijk normaal is. De vrouwen werken op het land, verkopen wat groenten en fruit op de markt, en de mannen zuipen de hele dag bier. Mooie cultuur!

Maar let op: zo zijn ze niet allemaal. De mannen, en natuurlijk ook de vrouwen, waar ik op mijn project mee samenwerk zijn allemaal intelligente, hard werkende, betrouwbare mensen. En natuurlijk moet ik ook Swamad hier noemen, die ondanks al zijn problemen toch doorgaat met straatkinderen op weg te helpen naar een beter leven. Waren er maar veel meer mensen als hij, dan zou de wereld er beter uitzien.

Er gloort dus toch nog hoop aan de horizon voor Uganda.

 


zaterdag 6 november 2021

Vrouwenhaat

 Ik hoorde van de week (4/11/21) een wel heel politiek correcte dame op Radio 1 zeggen dat Sylvana Simons en Sigrid Kaag overspoeld worden met haat, omdat het vrouwen zijn.

Wat Sigrid Kaag betreft: geen haat van mijn kant, wel bewondering, en het zou goed kunnen dat ik bij de volgende verkiezingen op haar ga stemmen.

Wat Sylvana Simons betreft: geen haat van mijn kant, wel afkeer, en ik ga zeker nooit op haar stemmen. Het moet een totaal empathie-loos persoon zijn. Tijdens de zeer agressief gevoerde zwartepietendiscussie hoorde je: “verplaats je eens in een zwart persoon”, maar nooit: “verplaats je eens in een autochtone Nederlander die zijn hele leven al sinterklaas viert met zwarte pieten, daar nooit enige racistische gedachten bij heeft gehad, en die nu steeds op een agressieve manier de les gelezen krijgt van nieuwe landgenoten die hierheen komen voor een beter (en vaak gratis) leven”.

Ik had ooit een zwarte collega en die werd in november vaak begroet met “hallo, zwarte piet”, en dat vond hij niet leuk. Daarom, als Sylvana en haar bondgenoten ons vriendelijk hadden uitgelegd dat “zwarte piet” hen pijn doet, en als we daar een beschaafde discussie over hadden kunnen voeren, dan hadden wat mij betreft de pieten voortaan blauw, geel of roze mogen zijn.

Maar met de agressieve, beschuldigende, eisende manier waarop ze actie gevoerd hebben, en dat nog steeds doen, hebben ze het tegendeel bereikt van wat ze wilden bereiken: bij miljoenen mensen een brede golf van afkeer tegen zwarte mensen.

Goed zo Sylvana!

woensdag 29 september 2021

Nachtleven

 

Ik zal er eindelijk maar eens rond voor uitkomen: ik leid een dubbelleven. Al meer dan veertig jaar. Een geheim nachtleven. Zó geheim dat niemand er iets van weet. Mijn buren niet, mijn vrienden niet, mijn vrouw niet en zelfs ik niet: ik wandel in mijn slaap; en doe dan van alles waar ik de volgende ochtend niets meer van af weet.

Pas geleden werd ik 's ochtends wakker met een pijnlijke, rode enkel; drie dagen mee gehompeld. Een paar dagen later stond ik op met een bult achter op mijn kop alsof iemand me met een knuppel had geslagen.

Een paar jaar geleden had ik ook eens zo'n periode waarin ik regelmatig 's ochtends opstond met verwondingen die ik maar op één manier verklaren kan: slaapwandelen; dat ik opsta, rondloop, ergens tegenaan stoot, val, opsta, terug in bed kruip, doorslaap en me er de volgende morgen niets meer van herinner.

"Dat kan toch niet?", zegt iedereen nu. "Dan word je toch wakker? Als je je kop stoot of tegen de vlakte gaat?

Ja, normaal gesproken wel, maar ik heb wel vaker 's nachts gekke dingen gedaan waar ik me de volgende dag niets meer van kon herinneren.

In dienst bijvoorbeeld, in 1968 in Seedorf. Ik werd op een ochtend wakker en keek in de ogen van een vreemd meisje. Een foto aan de muur welteverstaan. En toen ik om me heen keek: een vreemde kamer; leeg; op slot. Alleen het raam stond op een kier.

Ik moet 's nachts, in mijn slaap, uit mijn stapelbed geklommen zijn, door het raam naar buiten gekropen, bij de buren (die allemaal op verlof waren) door het raam weer naar binnen, daar in het stapelbed geklommen en rustig doorgesnurkt. En god weet wat nog meer. En waarom.

Ander voorbeeld, ook in dienst, oefening op de Lüneburger Heide, 's ochtends bij het ontbijt. Een van mijn maten: "Zeg, wat moest jij vannacht eigenlijk bij ons in de tent? Je maakte ons wakker en probeerde een of andere rare mop te vertellen". "Ja, verdomd, bij ons ook!" zei een ander en ik moet die nacht in minstens tien tenten zijn geweest en een mop verteld. In mjn slaap! Ik wist er niets van! Kon me niets meer herinneren!

En zo kan ik nog vertellen hoe tante Mia Snepvangers me 's nachts een keer op het dak vond; of hoe oom Harry me 's nachts een keer bijna op mijn kop sloeg omdat hij dacht dat ik een inbreker was. Tante Gretha hoorde iemand lopen op de slaapkamer en schudde hem zachtjes wakker en fluisterde: "Hay, Hay, word wakker, daar is iemand."  Maar voor Hay me met de nachtpot op mijn kop kon slaan zag hij in het licht van een auto dat ik het was. Op zoek naar de WC; in hun slaapkamerkast.

Wandelen, klimmen, moppen vertellen .... wie weet wat ik 's nachts allemaal nog meer uithaal? Autorijden? De hond uitlaten? Een pilsje drinken in de kroeg? Een bank overvallen? De buurvrouw een beurt geven? In dat geval praat je natuurlijk niet meer over wandelen.

Zou je wettelijk aansprakelijk zijn voor wat je in je slaap doet? Ik denk van niet. Ik zit er over te denken om bij de dokter een slaapwandelbewijs af te halen en dan kan ik alles uitvreten wat ik wil. Altijd een excuus: sorry, maar daar weet ik niets van. Ik moet geslaapwandeld hebben.

De enige andere verklaring die ik kan bedenken is dat ik 's nachts afgehaald en teruggebracht word door aliens. Of heeft een van jullie nog een ander idee?

zaterdag 18 september 2010

Germaanse misverstanden

We zijn neven (en ook nichten natuurlijk), de Duitsers en wij. We stammen af van de Germanen en daarom lijken onze talen veel op elkaar. Mann – Frau – Kind – Haus – Baum zijn dezelfde woorden als die van ons en als ze die verrekte naamvallen niet hadden dan zou Duits het gemakkelijkste vak zijn op school.

Maar het is toch oppassen met Duits, want er zijn veel woorden die hetzelfde zijn als de onze, of er op lijken, maar als je aanneemt dat ze ook hetzelfde betekenen dan kun je lelijk de boot ingaan.

Das Meer is bv geen meer, maar de zee. En andersom: wat de Duitsers See noemen is voor ons een meer. Consequent zijn ze daar niet in, de Duitsers, want een matroos die de zeeën van de wereld bevaart is geen Meerman maar een Seemann.

Pappe is geen pap, maar karton. Met Karton bedoelen ze een doos en een Dose is een blik. Spinnen heeft niets met spinnen te maken; du spinnst zeggen ze tegen iemand die niet goed wijs is.

Op een warme zomeravond op een terras in Berlijn zei ik eens dat ik het erg schwul vond. Iedereen keek me verschrikt aan: schwul is homoseksueel. Ik bedoelde eigenlijk zwoel, maar dat is schwül in het Duits, twee puntjes meer, maar een wereld van verschil.

Een mannelijke Duitse collega begon een keer een gesprek over zijn Kreuz. Ik vroeg me geschrokken af waar hij heen wilde tot ik er achter kwam dat hij zijn rug bedoelde.

Lachs betekent niet laks, maar zalm. Flink betekent flitsend, snel: flink wie ein Wiesel. Als een oudere man nog rüstig is dan is hij niet rustig maar fit voor zijn leeftijd. Stuhr is niet stoer, maar eigenwijs, en een Kachel is geen kachel maar een soort tegel.

Het Duitse woord voor bankrekening kan ook gemakkelijk tot misverstanden leiden, vooral in het meervoud: Konten. Po daarentegen is geen nachtpot maar een net Duits woord voor achterwerk. Bij Borsten is het ook oppassen want dat betekent borstel.

Een Pfeife is een pijp of een fluit, maar het werkwoord pfeifen is alleen fluiten, niet pijpen. En ficken is heel wat anders dan fikken.

Een Flur is een gang, dürfen is mogen en mögen is aardig vinden. Doof is gek en bellen is blaffen.

Toen ik in Seedorf in dienst was vroeg een van mijn dienstkameraden daar eens in een café: "Darf ich mal bellen?" Dat mocht van de kastelein: "Bellen Sie ruhig".

Drollig is schattig; heeft niets te maken met drollen. Schattig daarentegen betekent schaduwrijk.

Een Tor is een poort, of een goal, maar het kan ook een gek zijn. Vorjahr is geen lente, maar vorig jaar.

Als er "ver" staat voor een woord moet je uitkijken want dan is er meestal iets misgegaan. Verkennen is verkeerd begrijpen en als je je huis verbaut hebt betekent het dat er bij de verbouwing iets behoorlijk mis is gegaan en dat je opnieuw kunt beginnen.

Een Hahn is een haan, maar ook een kraan. Tapete is behang. Rotz is snot en faul is niet vuil, maar lui.

Een Rahmen is een lijst of een rand. Schlimm is erg, een Speicher is een opslagruimte en Kies is grind.

Met Kleinkind bedoelen ze in het Duits gewoon een klein kind. Als ze kleinkind bedoelen zeggen ze Enkel. Of Enkelin als het een meisje is.

Het woord deftig kan ook tot serieuze misverstanden leiden want dat betekent in het Duits zo ongeveer het tegenovergestelde: boers, grof, plat.

Metzeln doe je niet met een troffel maar met een zwaard: je vijanden in stukjes hakken.

Een Winkel is een hoek. Heck zeggen ze tegen de achterkant van een auto of een boot.

Een Ausfahrt is geen begrafenis maar een uitrit of een afslag.

Fahren is niet varen maar autorijden. Reiten doe je op een paard. Heiter is niet heter, maar vrolijk. Of zonnig, als het over het weer gaat.
In een Werk wordt gewerkt want dat is een fabriek. Rente is pensioen. Satt is wat anders dan zat. Ich bin satt zegt iemand als hij genoeg gegeten heeft. Blinken is knipperen, gierig is begerig en een Frikadelle is een gehaktbal.

Laster zeggen ze tegen een vrachtwagen en Neid is afgunst. Een Sau is een zeug, maar zeugen is verwekken.

Een Weide is een wilg, een Seil een touw en Ziel is een doel of de finishlijn. Samen is zaad (in beide betekenissen) en als je met iemand goed klar kommt betekent dat alleen maar dat je met die persoon goed kunt opschieten.

Conclusie: je kunt gemakkelijk een verkeerde indruk wekken als je met een Duitser in gesprek bent. Als hij of zij je ineens verschrikt aankijkt, dan leg liever nog eens in andere woorden uit wat je bedoelt.

Er zijn nog meer van die woorden en uitdrukkingen, maar dit is wel genoeg verwarring voor vandaag.

Tschüß

zaterdag 22 augustus 2009

Kinderpraat

Eufemisme

"Papa, wat is eufemisme?", vroeg mijn dochter Claudia eens toen ze een jaar of tien was.

"Nou", zei ik, "dat zijn woorden die je gebruikt om iets naars of vervelends wat minder erg te laten lijken. Van iemand die niet kan horen zeg je b.v. niet dat hij doof is, maar je noemt zo iemand slechthorend."

Zij: "O, maar je mag gerust doof zeggen want dat horen ze toch niet".


-----------------

Soda

"Doe mij maar iets fris", zeggen we in Nederland en dan bedoelen we een glas cola of 7up of zoiets.

In Bangladesh noemen ze dat een soft drink en hier in Oeganda heet dat een soda. Klonk niet erg smakelijk in het begin, maar het went snel. Claudia weet niet anders en denkt bij soda alleen aan drinken.

Een tijd geleden had ze een splinter in een teen. Het deed pijn en de teen was ontstoken. Thuiskomend van de Nederlandse school vertelde ze dat juf Martha haar geadviseerd had om die teen een tijdje in de hete soda te houden, dan zou die splinter er wel uitkomen.

"Ik denk niet dat wij soda in huis hebben", zei ik, maar Claudia antwoordde meteen "jawel, in de koelkast staan twee flessen cola."

Zou misschien ook gewerkt hebben, maar dat hebben we niet getest.

Emmy of Enny?

Donderdag 6 augustus 2009, net voor onze terugkeer naar Uganda nog even bij de GGD onze vaccinaties tegen akelige tropische ziektes op peil gebracht. Weer thuis zei dochter Claudia van twaalf: "Dat kon Enny goed hè papa, spuiten zetten. Ik heb er bijna niets van gevoeld."

"Ja, dat kunnen ze hier beter dan in Afrika. Maar ze heette Emmy, met twee m's, niet Enny."

"Nee, haar naam was Enny, met twee n's, dat weet ik heel zeker."

"Schei uit, de naam Enny bestaat helemaal niet in Nederland; je hebt Eddy, Elly, Emmy, Eppy en Ezzy, maar Enny ben ik mijn hele leven nog nooit tegengekomen."

"En toch weet ik zeker dat het Enny was; zullen we wedden?"

"OK, wedden. Waarvoor?"

"Voor twee weken zakgeld."

"OK, die ga je verliezen."

En we deden handjeklap om twee weken zakgeld, zo'n 10 euro. Vervolgens haalde ik de rekening voor de spuiten tevoorschijn en daar stond het zwart op wit: geneeskundig adviseur Emmy Droog. Ik had gewonnen!, en in mijn overwinningsroes zei ik:

"Zie je wel dat die naam niet bestaat! Je moet niet zo eigenwijs zijn."

Drie dagen later kreeg ik een e-mail van Enny Spanjaart-Heuvelmans uit Horst.

woensdag 3 juni 2009

Beneden peil

Waarschuwing: dit stukje heeft geen niveau en ik raad iedereen aan om hier te stoppen en niet verder te lezen. Maar ik moet het toch kwijt, want het sluit zo mooi aan bij het telepathie-bericht.

Het gebeurde op 1 januari 2009, nieuwjaarsdag, en dit is wat ik toen noteerde.

Het leven blijft onverwachte verrassingen opleveren. Mijn eerste actie in het nieuwe jaar was een bezoek aan het toilet, voor een grote boodschap. En wat vond ik toen ik na wat druk- en perswerk achter me keek?: een grote drol in de vorm van een 1, inclusief het schuine dakje bovenaan. Keihard en kaarsrecht. Een waar kunstwerk, en zo toepasselijk op deze eerste dag van het nieuwe jaar. Ik heb er minutenlang in stille bewondering naar staan kijken.
Maar ja, het was geen chocoladeletter, het bleef een drol, ik kon hem moeilijk in de koelkast bewaren en dus moest hij toch maar weg. Ik wenste hem goede reis en drukte op de spoelknop.
Maar hij wilde niet weg, hij wilde bij me blijven! Nog eens proberen!, maar hij overleefde ook de tweede kolkende waterval, en de derde, en pas bij de vierde keer doortrekken voegde hij zich bij zijn soortgenoten.
Ik durf het bijna niet te zeggen, maar was dat een teken van boven? Via mijn achterwerk? En zo ja, wat was de diepere betekenis dan? "Je blijft ook in 2009 nummer 1" of "de shit zal je ook in 2009 blijven achtervolgen".

Jomanda, help!!!