Ik ben intussen alweer 5 maanden aan het werk in Kampala, de hoofdstad van Uganda. Vanwege de corona-lockdown is het een saaie boel hier, niet veel te doen, en nog minder om over te schrijven. Hoogstens over het verkeer: wat een vreselijke chaos, wat een asociaal, lomp gedrag van veel “heren”! Wie het brutaalste is en het hardste duwt mag voor. Bij ons zouden we zo’n figuur uit de auto slepen en in elkaar slaan, maar hier vindt men dat blijkbaar normaal. Toen ik hier in 2006 kwam wonen, kon je nog redelijk rondrijden in een auto, maar intussen zijn er minstens een half miljoen auto’s bijgekomen, en tijdens de spitsuren staat alles stil. Ik reed vroeger ook zelf overal naartoe, maar nu ben ik blij dat ik een chauffeur heb.
En tussen die miljoen in lange file’s voortkruipende
auto’s flitsen dan ook nog eens een miljoen boda-boda’s, brommertaxi’s, links en
rechts voorbij. Die trekken zich helemaal nergens wat van aan, van geen enkele
verkeers- of fatsoensregel. En al die stinkende uitlaatgassen vergiftigen ook
nog eens de lucht hier, waardoor ik al die tijd al voortdurend mijn keel loop
te schrapen en een hese stem heb.
Een jaar of 25 geleden werkte en woonde
vriend Wiebe hier in Kampala, samen met zijn vrouw Bea. Op een dag kwamen ze in
de sloppenwijk Mengo Swamad tegen, een jongen zonder ouders die op straat
leefde, en ze besloten hem onder hun hoede te nemen en o.a. te betalen voor
zijn opleiding.
Toen Wiebe hoorde dat ik aan het werk ben in Kampala,
vroeg hij me om eens op bezoek te gaan bij Swamad en te kijken hoe het met hem
gaat. Hij vertelde me dat Swamad, onder de naam van een stichting met de naam
Bea Cordes, op zijn beurt een aantal kinderen onder zijn hoede had genomen en
dat ze hem daarbij nog financieel steunen.
Vanwege de strenge corona-lockdown heb ik het
bezoek een tijd uit moeten stellen, maar op 10 oktober kon ik hem eindelijk
bezoeken op zijn kamer in Mengo. Hij vertelde dat hij een paar opleidingen had
gevolgd, o.a. kapper en muzikant. Dat hij een kapsalon had en een band en dat
hij met de financiële opbrengst van die twee zorgde voor voedsel en opleiding
van 20 kinderen in Mengo. Maar …. dat hij als gevolg van de lockdown al een
hele tijd niet op kon treden met zijn band, en dat de kapsalon al die tijd al
gesloten was, en dat hij daarom al een paar maanden geen inkomsten had. En nog
veel erger: dat de politie alle apparatuur in beslag had genomen omdat hij de
salon in strijd met de lockdownregels toch geopend had. De totale kosten voor
vervanging van de apparatuur: twee miljoen shilling = €500.
Swamad en ik
Na dat gesprek liepen we naar een pleintje
waar hij alle kinderen uit de buurt opgetrommeld had en die hebben een uur lang
voor me gedanst en gezongen.
Na thuiskomst nam ik
contact op met Wiebe en we besloten om het geld voor de apparatuur van de
kapsalon samen bijeen te brengen.
Op 17 november kreeg ik via messenger een
onduidelijk bericht over Swamad waaruit ik opmaakte dat zijn kamer afgebrand
was en dat hij een aantal van zijn bezittingen, o.a. zijn telefoon, was kwijtgeraakt.
Er waren foto’s bij waar Swamad op stond in een totaal zwartgeblakerde ruimte.
Zo snel als ik kon ben ik gaan kijken en
Swamad praatte me bij op zijn kamer. Opluchting: het was dus niet zijn kamer
die afgebrand was, maar de kamer van zijn buurvrouw. Hij had wel wat
rookschade.
De oorzaak van de brand: twee dochtertjes van
de buurvrouw speelden met kaarsjes!
De brandweer was gekomen om de brand te blussen,
en ook Swamad heeft daarbij geholpen. Een paar "vrienden" van hem waren bang dat
de brand zou kunnen overslaan naar zijn kamer en brachten wat van zijn spullen
in veiligheid, o.a. een TV, dvd-speler, 2 telefoons en kleren.
Toen de brand geblust was ging Swamad terug
naar zijn kamer en vroeg zijn "vrienden" om de spullen terug te brengen, maar …..
niemand wist waar ze gebleven waren! Hij heeft aangifte gedaan bij de politie.
Nadat hij me dit allemaal verteld had, gingen
we op bezoek bij zijn buurvrouw Margaret. Die zat, samen met haar 4 kinderen in een
totaal zwartgeblakerde kamer. Een matras op de grond was zo ongeveer het enige
wat ze nog had. Sinds de brand, vier dagen daarvoor, had ze niet meer
opgehouden te huilen. Swamad vertelde dat ze een goede vriend ooit eens €100 in
bewaring had gegeven voor noodgevallen en dat ze hem nu om het geld gevraagd
had. Maar de vriend deed of hij nergens van wist! Geld verdwenen! Ik gaf haar
€25 om de komende dagen te kunnen overleven en ging terug naar huis.
Buurvrouw Margaret met haar kinderen in hun
verbrande kamer. Vooraan rechts is Swamad
Ik meldde het verhaal aan Wiebe en die maakte
meteen €100 over, te verdelen onder Swamad en zijn buurvrouw. Ik heb met
vrienden overlegd om een crowdfunding op te zetten voor Margaret en haar
kinderen.
De volgende dag kwam Swamad met een boda-boda
naar de stad om de €100 op te halen en hij praatte me nog wat bij over zijn buurvrouw. Dat ze een handeltje had om zich en haar kinderen te onderhouden, en
ook een echtgenoot, die helemaal niets deed behalve zich elke dag zat zuipen!
Daarmee was mijn crowdfundingidee meteen van de
baan!
Dus drie rampen opeengestapeld:
1) de brand, afgrijselijk natuurlijk, maar
zoiets kan gebeuren, en je zou ook nog kunnen denken: “eigen schuld, had ze de
kinderen maar niet met kaarsen moeten laten spelen”.
2) de oplichting door "vrienden". Je hoopt en
verwacht dat mensen die samen in een krottenwijk in zulke armoedige omstandigheden
leven solidair zijn met elkaar en elkaar helpen. Nee dus: ze stelen
van elkaar en lichten elkaar op.
En dan nog 3) de echtgenoot die 4 kinderen op
de wereld zet, daar helemaal niets voor doet en zelfs het geld dat zijn vrouw
bij elkaar schraapt elke dag opzuipt! Wat een lieverd!
Helaas is hij niet de enige. Ugandese
vrienden en collega’s hebben me wel eens verteld dat dit op het platteland
eigenlijk normaal is. De vrouwen werken op het land, verkopen wat groenten en
fruit op de markt, en de mannen zuipen de hele dag bier. Mooie cultuur!
Maar let op: zo zijn ze niet allemaal. De mannen, en natuurlijk ook de vrouwen, waar ik op mijn project mee samenwerk zijn allemaal intelligente, hard werkende, betrouwbare mensen. En natuurlijk moet ik ook Swamad hier noemen, die ondanks al zijn problemen toch doorgaat met straatkinderen op weg te helpen naar een beter leven. Waren er maar veel meer mensen als hij, dan zou de wereld er beter uitzien.
Er gloort
dus toch nog hoop aan de horizon voor Uganda.